Vanochtend hebben we nog een laatste gift overgedragen aan onze school in Serekunda: 30 liter motorolie waarmee ze de olie in de roze bus kunnen vervangen. Daarna wordt afscheid genomen van de partners die naar Gambia zijn gekomen en vertrekt de oranje-witte bus richting Sierra Leone. Door trieste familieomstandigheden kan Koen helaas niet verder mee. Hij vertrekt vanuit Gambia zsm naar Nederland.
Om 10 uur, bij de eerste politiecontrole, wordt de bus naar de kant gesommeerd. We verwachten een strenge controle, maar de agent blijkt vroeger als portier bij het Senegambia Beach Hotel te hebben gewerkt. En dat was de afgelopen dagen ons overnachtingsadres! De stemming slaat meteen om en als we vertellen over de roze bus en over ons huidige project hebben we het helemaal gemaakt. Alle collega’s en het gezin van de agent nemen een kijkje in de bus en we krijgen sinaasappels aangeboden, ter plekke afgepeld. Leuk om eens iets te krijgen bij een politiepost, normaal moeten we altijd van alles geven 😃. Wim krijgt als ‘oldest man in the bus’ het eerste stuk. Senioren staan in hoog aanzien hier.
Om 11 uur verlaten we Gambia en rijden we het zuiden van Senegal binnen. Bij de grens verloopt alles soepel. Net over de Casamance rivier komen we in de stad Ziguinchor, waar we bij het consulaat van Guinee-Bissau visa regelen. Ook dat verloopt gladjes. Om 14 uur bereiken we de grens Senegal / Guinee-Bissau en met de verse visa gaat dat ook weer vlot.
Guinee-Bissau, weer een nieuw land. In deze voormalige Portugese kolonie zijn de wegen erg slecht, dus de gemiddelde snelheid ligt laag. Waar we tot nog toe voornamelijk Frans en Engels gebruiken om de grenzen en de checkpoints te passeren; aangevuld met wat Spaans voor Spanje zelf en de Westelijke Sahara, wat vroeger de Spaanse Sahara heette en dus ooit een Spaanse kolonie was, wordt de voertaal in Guinee-Bissau ineens Portugees. Het bedanken van een beambte heet dus nu opeens “Obrigado!”. Onze top 3 van slechte wegen wordt net als wijzelf vandaag flink opgeschud. Met stip op nummer 2 binnengekomen de hoofdweg van Senegal naar Guinee-Bissau. Deze blijkt bezaaid met enorme potholes. Soms past een wiel van onze bus daar compleet in. Als een tang op een varken heb je dan bij dorpjes ook nog eens verkeersdrempels. Helemaal bizar zijn de tolpoortjes voor een 2-tal prima bruggen over rivieren. Na het betalen van het tolgeld gaat de slagboom automatisch open en een computerstem zegt “Obrigado” voor onze bijdrage.
Om 20 uur komen we aan bij een camping in de buurt van het vliegveld van Bissau, de hoofdstad. Deze camping wordt gerund door een echte strenge Duitser, we moeten dan ineens in het Duits communiceren. Die taal hadden we nog niet gehad. Het wordt Robske nog net toegestaan een van zijn eenpansklassiekers te bereiden.