Nog eens twee dagen wachten op een visum.  Het is natuurlijk compleet van de pot gerukt dat een land als Guinee in één keer op slot zit omdat het systeem dat de visa moet afgeven in storing ligt. Nogmaals: welkom in Afrika. Uiteraard hebben we diverse lijntjes uitstaan: het Guinese consulaat in Gambia, de Nederlandse ambassade in Senegal, het Nederlandse consulaat in Guinee en enkele medewerkers van de Stichting NetLib vanuit Liberia. Maar voorlopig hebben we het goede touwtje om aan te trekken nog niet gevonden. We hebben er maar mee te dealen en dat doen we dan ook. Tijdens ons verblijf hier maken we weer een paar andere bijzondere dingen mee.

Het hotel annex camping is een soort uitvalsbasis voor de jacht. Het seizoen is ongeveer van december tot en met april. Maandagochtend om een uur of 10 komt een van de Mitsubishi terreinwagens luid toeterend het terrein oprijden. De jonge Fransman is met een van zijn Senegalese medewerkers op jacht geweest en heeft succes gehad. Triomfantelijk worden er twee wilde zwijnen uit de laadbak gehaald en moeten ze met hun trofeeën op de foto. Uiteraard worden de dieren op een later moment opgegeten. De meeste Senegalezen zijn moslim, maar de Fransen zullen er wel van smullen.

En wat doen wij de hele dag? Tja, een beetje verplicht chillen bij de bus of op het terras, brood halen aan de weg (paar honderd meter verder), ontbijten, beetje lezen, koffie drinken, beetje kletsen, luchtdruk van de bus repareren, beetje zwemmen, na 16 uur een biertje. Daar krijgen we altijd lekker pinda’s uit het land zelf bij. Beetje foto’s maken van de voorbijvliegende vogeltjes, er komen prachtig gekleurde vogels vlak boven het zwembadje vliegen.

Wat nóg leuker is: we worden maandag uitgenodigd voor het diner omdat de oude campingbaas jarig is. Napoleon noemen we ‘m, hij gedraagt zich een beetje als een veldheer die over zijn kampement heerst. Het wordt een erg leuke avond. Voor het diner moeten we van de oude baas al aan de whisky. Ondertussen druppelen de gasten binnen, dat zijn vooral zijn Senegalese werknemers, allemaal met hun beste kleren aan. Er wordt gedanst en gedronken (zij fris en wij whisky) en dan kunnen we aan tafel voor een prima diner. Op het menu staat couscous met groente en kip of kalkoen, met rosé erbij. En voor ons natuurlijk het verplichte malariatabletje. Ondanks dat we elkaar nauwelijks kunnen verstaan willen alle Senegalezen met ons aan tafel en op de foto. Ze maken volop foto’s en filmpjes.  In steenkolen-Frans en met handen en voeten knopen we wat gesprekken aan. Bij het toetje krijgen we champagne en daarna wordt er weer gedanst. Napoleon zweept de boel flink op. Wie had vooraf gedacht dat we tijdens onze trip nog verzeild zouden raken in een Senegalees swingfeest? Dat hebben we dan maar mooi weer meegemaakt. Moe maar voldaan kruipen we om half twee ’s nachts onze bus in.