Als we om 7.30 uur zijn opgestaan zien we hoe mooi het bij daglicht is bij het kampement aan de Gambia rivier. Het ontbijt krijgen we in de grote gezamenlijke ruimte, een overdekte plek waar zeker 100 man kunnen zitten, maar het is er erg rustig. We eten noedels, omelet, stokbrood met jam en koffie. Daarna gaan Robert en Ton eerst de koeler repareren, een van de slangen lekt een beetje en dat moet gemaakt worden. Met een stuk tuinslang en wat slangklemmen wordt het provisorisch hersteld. Ondertussen laten we een paar Zwitserse dames even onze bus zien, ze zijn zeer benieuwd hoe die er van binnen uit ziet. Na de reparatie kunnen we rijden, het is dan ongeveer 10.30 uur.

We volgen de South Bank Road door Gambia naar het oosten. De weg is behoorlijk goed, wel is het oppassen voor drempels, en voor allerlei dieren die op straat staan of oversteken. Vooral ezels, die nauwelijks aan de kant gaan, geiten en koeien, en eenmaal steekt er zelfs een roedel van zo’n honderd apen over. Ook zijn er regelmatig controleposten onderweg, zowel van de politie als het leger. De laatste zijn goed te herkennen aan hun helm, kogelvrije vest en de AK-47 op hun rug. Het ziet er allemaal nogal overdreven uit. Eenmaal hebben we het stopsignaal niet op tijd gezien en rijden we een stukje te ver. Dat komt ons meteen op een uitbrander te staan, ‘disrespect the military’, maar ook dat weten we weer te sussen. Op Oudejaarsdag zagen we al veel rook in Gambia en ook vandaag wordt er weer van alles gecontroleerd platgebrand. Er hangt af en toe een behoorlijke smog.

Rond 16.00 uur komen we bij de grens. Gambia uit en Senegal in gaan behoorlijk snel bij deze zeer rustige grensovergang. Ton mag zelfs de douanebeambte van Senegal even helpen met het invoeren van onze info in het systeem, inclusief elektronische vingerafdrukken. Foto’s hebben we hier helaas niet van, want dat wil deze beambte absoluut niet hebben. Waarschijnlijk wil hij niet het risico lopen dat ze via social media nog eens op het bureau van zijn chef belanden?

In Medina Gounass (Senegal) wisselen we Gambiaans geld om in Senegalese francs en halen we nog wat te drinken voor onze voorraad. Het laatste half uur rijden we in het donker naar het dorpje Linkering, daar zouden een paar wildkampeerplekken moeten zijn. Maar tot onze verbazing zien we opeens een bordje ‘Campement’ langs de weg, en rijden we via een poort een mooie kampeerplek binnen. De bus kan net op de oprijlaan onder de bomen door. Er staat een groot huis met daarachter een aantal kleinere huisjes die verhuurd worden. Een groot overdekt terras met bar en zelfs een klein zwembad maken het plaatje compleet. Een oude Fransman van een jaar of 70 bestiert de boel. Het lijkt wel een veteraan uit het vreemdelingenlegioen, er ligt een heel arsenaal wapens op tafel. De bar gaat open en ze willen best een paar biertjes aan ons verkopen. Ook een maaltijd blijkt mogelijk, het worden gekookte aardappelen met een prima omelet, en een paar bananen als toetje. Daarna naar bed en morgen Guinee in zien te komen.