Ton zet vanochtend al heel vroeg de bus aan, maar dan komen we er achter dat het park waar we hebben overnacht op slot is. De poort zit dicht en we kunnen er niet uit. Dat wordt wachten op de beheerder. Die komt om 7.15 uur en we staan meteen in de startblokken. Lekker stokbrood halen in Pita en karren maar. De weg blijft net zo slecht als gisteravond, je kunt hier nog geen 20 km/uur halen.  En dat gaat 80 km zo door, dus reken maar uit. Harry, onze asfaltexpert, vertelt dat het door de deklaag komt. Die zou 12-14 centimeter dik moeten zijn, maar waarschijnlijk is die maar 2-3 centimeter dik aangelegd door de Chinezen (dat hebben we in 2020 live gezien). Dat ziet er direct na het aanleggen mooi uit, maar vier jaar later is de hele weg alweer compleet aan puin gereden. Om half elf komen we in de bergen een vrachtwagen tegen die daar al lange tijd met pech staat. De complete versnellingsbak is er onderuit gesleuteld. Volgens Robert en Ton komt die hier echt nooit meer weg. Het vervelende is dat al het vrachtverkeer min of meer vast zit. We moeten er omheen via een zandpad door de jungle, om 3 km verder weer op de N5 (nauwelijks beter) uit te komen. Gelukkig lukt het.

Het volgende probleem wordt de diesel. We gaan het niet met één tank redden door Guinee. Maar de hele logistiek van brandstof ligt op zijn gat, omdat er in december een brand en explosie is geweest in de enige olieterminal van het land. Bijna alle tankstations zijn daarom dicht en er staan lange, lange rijen voor. Overal rijden konvooien tankwagens om het uit buurlanden te halen. In Mamou, waar we om 12.30 uur arriveren, pinnen we geld. Dat gaat heel soepel, en met 2,4 miljoen Guinese franc op zak gaan we bij een tankstation staan. We hebben veel geluk, er staat al een tankwagen vol diesel en als het tankstation eenmaal weer open gaat staan we behoorlijk vooraan. Zoals verwacht worden er enorme scènes gemaakt, iedereen wil natuurlijk brandstof. Het is maar goed dat de gendarmerie er bij is, anders kan dit zo maar uit de hand lopen. We vullen onze tank en het is dit keer eens een mooi gezicht om de meter te zien lopen. Om 15 uur rijden we Mamou uit, we komen al snel op een prachtige nieuwe asfaltweg te rijden. Benieuwd hoe die er over 4 jaar uit ziet. De rest van de middag schieten we redelijk op. Wel moeten we nog stoppen om met Air Maroc contact te zoeken over onze gewijzigde vliegtickets. Die zijn van vrijdag naar zondag verzet, maar er gaat iets niet goed met het bijbetalen.

Tegen 21 uur zijn we vlak bij Coyah en we zoeken camping Milly Mamoudou op. Die is opgezet met hulp van een Nederlandse organisatie. Daar kan onze bus staan en we kunnen ook in Euro’s betalen, als we zelf even uitrekenen wat de wisselkoers is. Voor 70 Euro zijn we klaar en dat vinden we prima. Het kampement ligt vlak naast de N1, in een bos aan een rivier. Een mooie plek, er zit een bar bij en een terras op de rotsen bij de rivier. In een afgedamd stukje kun je ook zwemmen. Helaas kunnen we het alleen in het donker zien. We gaan nu eten koken (kapucijners met verse uien en chorizo), de bus repareren (de rembooster linksachter is afgebroken), verder met het omzetten van de tickets. En iedereen snakt naar een douche. Er is er eentje, met koud water, maar dat is heerlijk bij deze temperatuur. Dan een paar biertjes en naar bed.